Weidevogels en bollenvelden langs de kust bij Callantsoog | Noord-Holland

Rondje Zwanenwater, boerenland en strand

Callantsoog heeft een woelig verleden. Het zeedorp stoof onder het zand en werd gegrepen door de golven. Twee keer moest het verhuizen en opnieuw beginnen. Callantsoog 3.0 ligt goed beschut achter de duinen. Het wordt nog steeds ‘overspoeld’, maar nu vooral door badgasten, bollenfans en wandelaars die benieuwd zijn naar het rondje om het fraaie Zwanenwater.

Scroll naar beneden voor de pdf en de gps-track van wandelroute Callantsoog

  • Startpunt: Callantsoog, hoek Zeeweg/Kerkplein bij overzichtsbord wandelnetwerk Noord-Holland, 50 m ten zuiden van groene kerktoren.
  • Afstand: 17 km.
  • Lijn/cirkel: Cirkel.
  • Markering: Rondje Zwanenwater is gemarkeerd met (verkleurde) bruine stippen/pijlen. Traject polder/strand is uitgezet via wandelnetwerk Noord-Holland: oranje cijfers/pijltjes in wisselende kleuren.
  • Horeca: Centrum en strand van Callantsoog; bij Juttersmuseum Callantsoog (Mineweg 1, Callantsoog).
  • OV: Trein Utrecht-Schagen, vervolgens Connexxionbus 152 naar Callantsoog (circa 30 min.). Stap uit bij halte Zeeweg; startpunt is 2 min. lopen; naar centrum 3 min. Vanuit Den Helder reis je met bus 851 richting Petten. Halte Het Zwanenmeer ligt tegenover de ingang van het natuurgebied.
  • P: Groot parkeerterrein langs de Zuidschinkeldijk, ten zuiden van het wandelstartpunt.
  • Honden: Niet toegestaan.
  • Denk aan: Voor Het Zwanenwater is een toegangskaartje nodig, ter plekke voor een paar euro te koop (kan met pin).
  • Tip: Vergeet de verrekijker niet!
  • Meer routes: Deze wandeling is ook gepubliceerd in de ANWB wandelgids | 52 wandelroutes in Nederland.

DE ROUTE IN HET KORT

Deze grotendeels onverharde wandeling koppelt natuurgebied het Zwanenwater (vlinders en orchideeën) aan de Uitlandse Polder (trek- en weidevogels) en vervolgens het strand. Halverwege kijk je uit over het grootste bollenveld ter wereld. In de Uitlandse Polder kun je er niet om heen: één hek (stevig exemplaar) waar je overheen moet klimmen. Alles bij elkaar een lekkere uitwaaiwandeling.

En verder kom je onderweg tegen:

Leven in het Zwanenwater| Dit fraaie plassengebied ligt verstopt achter de duinen. Het beschutte wetland met poeltjes, moerassen en graslanden is een belangrijke stop-over voor trekvogels. Er komen blauwborsten, baardmannetjes, grote zilverreigers en een aalscholverkolonie voor. In mei, barsten de roze knoppen van het waterdrieblad open, in juni kleuren de hellingen zachtgeel van het duinroosje. Er komen bovendien elf soorten orchideeën en honderden soorten vlinders in het Zwanenwater voor (750 soorten wordt er gefluisterd…!).

Kopje onder | Dit is het grootste aaneengesloten bloembollenproductiegebied ter wereld. Het strekt zicht uit van Texel tot Putten. Bolgewassen houden van zandbodem en zeewind – beide zijn hier ruim voorhanden. Vanaf tweede helft maart word je hier betoverd door een gekleurde zee van vooral bloeiende tulpen. Zie je geen bollen maar water? Tien weken per jaar gaat het bollenland kopje onder om ziektes, onkruid en bollenresten uit de bodem te spoelen. Het opgepompte water bevat veel voeding en omdat het ondiep is, warmt het snel op. Dat is ideaal voor muggen en watervlooien, vandaar alle vogels die er dan rondhangen.

Door het hoge gras | ‘Rijke redder van het Zwanenwater’ – zo wordt de Uitlandse Polder ook wel genoemd. De polder barst van de kruiden, orchideeën, vlinders en weidevogels en door het waterpeil hoog te houden, wordt ook voorkomen dat de buurman, het Zwanenwater verdroogt. Vandaar ‘rijke redder’. Het malse poldergras is bezaaid met ratelaar, echte koekoeksbloem, pinksterbloem, reukgras, zuring en boterbloem. Pas na het broedseizoen maait Natuurmonumenten dit wandelpad. Tot die tijd wandel je door het hoge gras (volg routebeschrijving) naar het klaphek in de verte.

Oerbollen | Het populairste bolgewas is de tulp en die ‘tulipa’ (‘de bloem die lijkt op een tulband’) is ooit uit Turkije naar Nederland gekomen. De reis gaat ver terug, tot 1550, als sultan Soeleiman zijn gast, de Vlaamse botanicus Charles de l’Écluse (Carolus Clusius) als geschenk een aantal bollen geeft. In die tijd is dat een peperduur cadeau. Terug in Nederland slaat Charles aan het experimenteren. Zonder veel resultaat. Dat komt pas als vreemden enkele bollen uit zijn tuin pikken en ermee aan de slag gaan. Het zijn de oerbollen waarmee de bollenhandel in Nederland is begonnen.

Oeroud duintje  | Het Kooibosch is een oude, bijna overwoekerde eendenkooi. De plas is bij een dijkdoorbraak rond 1600 ontstaan. In de nu verlande plas groeit vlozegge, blauwe zegge, rietorchis, brede orchis en galigaan. In het bos broeden groene spechten, buizerds, haviken en sperwers en er komen vleermuizen voor. Ten noorden van het Kooibosch ligt het Luttickduin, ook de Luttjenollen genoemd. Dat klinkt naar carnaval, maar het zijn oeroude duintjes, begroeid met buntgras, heide en bomen.

Uitbuiken in de polder | Midden in de Zandpolder staat de Vinkentoren. Die vraagt gewoon om een klimmetje. Terecht, want het uitzicht is mooi, over een oeroud nolletjeslandschap. De Zandpolder is een handige stek voor trekvogels die van een zilte hap houden. Ze kunnen naar mosselen scharrelen aan het strand en dan uitbuiken in de polder. In de plassen rusten knobbelzwanen, smienten, wintertalingen, lepelaars, groenpootruiters en grauwe franjepoten.

Juttersmuseum, jutterskunst, jutterscafé | Het Juttersmuseum zelf lijkt wel een aangespoeld object – vanuit het niets duikt het op in de groene polder. Het museum huist in een opgeknapte schuur en herbergt schatten uit de zee, waaronder de ‘babyzeemeermin van Callantsoog’. Ook verrassend: de vrolijke interactieve kunstwerken van strandjutter, kunstenaar en zeedichter Challa. De voormalige koelcel voor tulpenbollen is omgebouwd tot jutterscafé.

Upwind en dan jumpen | De bewoners van Callantsoog weten het zeker: de zon schijnt op hun strand vaker én langer dan elders in Nederland. Het is ook nog eens wit, breed en kilometers lang. Vanaf het uitkijkpunt Kiefteglop heb je een mooi uitzicht over het strand. En vraag je je af hoe hoog die kitesurfers springen? De lat lag op 30 meter, maar dat record is onlangs gesneuveld.

Nogmaals Callantsoog | Callantsoog moest meerdere malen verhuizen. Het eerste, vroeg-middeleeuwse dorp lag twee kilometer westelijker dan nu. Het lag op een strandwal en werd omarmd door duinen in de vorm van halve manen. Het ging mis tussen 1100 en 1500 toen de strandwal door heftige stormen doorbrak en het dorp onder het zand stoof. De bewoners lieten het er niet bij zitten. Ze herbouwden hun dorp op een waddeneilandje en noemden het ‘Callinghe in den Oghe’. In de loop der tijd is het eilandje door inpolderingen vergroeid met het vasteland. Veilig was Callinghe nog steeds niet. Tijdens de Allerheiligenvloed van 1570 ging ook het tweede Callinghe koppie onder, dit keer in zee. Het dorp is toen met kerk en al verhuisd naar z’n huidige, derde plek. Callantsoog werd een populaire badplaats. Er kwamen winkels, souvenirsshops, terrassen. Ijsje?

Om weer terug te keren naar de site klik pijltje naar links.

NB De nummers in de gps-track geven de kilometers aan.