Op de stranden van de Algarve smeren massa’s zonaanbidders de olijfolie puur op het lichaam. Maar in de heuvels in het achterland, waar de olijfbomen groeien, is het stil. De Via Algarviana slingert er door dromerige dorpen en vruchtbare valleien.
Terwijl leuk Loulé ontwaakt en de zon nog als een perzik in de lucht hangt zoeken we de eerste routebordjes. Langs Loulé’s kerkje, langs het kasteel, de markt en dan de heuvels in. Die zijn bezaaid met kleine dorpen die, ondanks akkers vol olijf-, vijg, amandel- en johannesbroodbomen langzaamaan leeglopen. Om dat te stoppen en de buitenwereld te laten kennis maken met het achterland van de Algarve – de ‘barrocal’ – is de 300 kilometer lange Via Algarviana aangelegd. We zullen vijf trajecten wandelen, van startpunt Loulé via Querença, Salir, Alte en San Bartholomeu de Messines naar Vale Fuzeiros, een vallei vol sinaasappels, citroenen en amandelen.
Lekker groen
Het pad klimt traag de heuvels in en na een half uurtje kijken we neer op Loulé, een wirwar van huisjes in een opvallend groen dal. De barrocal is van kalk en waar een laag klei in de bodem zit, blijft het water staan en is het lekker groen. In de verte schittert de zee, dichtbij keft een driftig hondje. We wandelen door een gehucht van een handvol huisjes, de roodbruine akkers omzoomd met robuuste steenmuren. Ooit zaten die stenen ín de bodem, maar dat was geen doorkomen aan met een tractor. We ruiken van alles, thijm, rozemarijn, anijs. En die gele en rode ‘oorbellen’ in de bomen zijn wilde aardbei, medronho. Er wordt jam en likeur van gemaakt. Er hangt nog veel meer eetbaars: amandelen, olijven, peren, appels en de grote glimmendbruine peulen van de Johannesbroodboom. Er wordt meel, koffie, chocola, zelfs diervoeder en crème wordt van gemaakt. Overleven in de Algarve lijkt nog makkelijker dan het beklimmen van de Altura.
Slangen en lynxen
De Altura is maar 360 meter hoog en toch is het uitzicht super. Kilometers verderop kunnen we het pad nog zien slingeren, heuvel na heuvel. Maar wij zakken af, het dal in van de Ribeira das Mercês. Het riet langs de rivier staat er hoog, het water laag, er schieten vogeltjes weg. Het dal is uitgeroepen tot Natura-2000-gebied – 40% van de Algarve is dat trouwens – vanwege de vele endemische planten. Er komen niet alleen adelaars, uilen, vossen en otters voor, maar ook slangen en lynxen. We wandelen in de schaduw van mispel en peer en even verderop tussen sierlijke kurkeiken die hun takken boven ons uitstrekken.
Heel gewoon Rosa
Het dorpje Querença heeft een gepimpt plein met een spierwit kerkje. Morgen is er markt en komen er kunstenaars met kurk, vilt en riet en boerinnen met kruidenthee en citroencake. Anders dan het plein is het café van Rosa heel gewoon gebleven. Boven de bar hangt een tl-balk, onder de toonbank liggen de pastels opgestapeld, de wijntjes gaan voor 60 cent. Ze wijst de weg naar B&B Monte dos Avós, een van de verwenadresjes langs de route. Bij Cecilia, de eigenaresse, kun je ontbijten tussen de oleanders en net als bij Casa de Mae in Salir, een duik nemen in het zwembad met uitzicht op de bergen. Tussen die twee verwenadressen in ligt het beschermde natuurgebied Fonte da Benémola. Je wandelt er in het malsgroene dal van de Ribeira Benémola – je kunt er het ijsvogeltje tegenkomen, maar ook grote schildpadden – en weer uit het dal kijk je uit op Rocha da Pena op, een indrukwekkend rotsplateau waar zeldzame soorten vleermuizen huizen.
Iets doorzichtigs
Het is zondag. Slechts één man bezoekt de kerk van Salir, ongeveer twintig zitten er op het zonovergoten terras van café Papagaio. Niet aan de koffie, maar aan iets doorzichtigs in een glaasje dat nogal sterk ruikt. Ze wijzen naar de overkant, waar de Via Algarviana via een oude landweg uitkomt in een fraai vruchtbaar dal. Ze kennen de wandelroute. Hun ouders en voorouders gebruikten de paden al, liepen van dorp naar dorp, toen nog niet gemarkeerd met roodwitte routestrepen. De oeroude pompen waarmee het water tientallen meters diep uit de bodem werd gehaald zijn nog intact. Er groeien schitterende orchideeën in het dal, en de groenten in de moestuintjes van Calcada staan er bij om op te eten. Een zacht briesje duwt ons het dal uit, de heuvels over terwijl de zon langzaam zakt. Uit een open raam in Alte wappert muziek. The power of love, a force from above.. make love, no war…. Ergens blaft nog een hond, dan valt het licht uit.
Lang leve de Via Algarviana
De laatste dag, van San Bartolomeu de Messines naar Vale Fuzeiros, wandelen we hoog boven de grillige oevers van de Ribeira Arade. Een stuwdam houdt de rivier in bedwang, het water vult de dalen tussen de groene heuvels rondom. We wandelen urenlang op hoogte, met de rivier diep onder ons, soms samengeperst tussen smalle landtongen. . Er groeien broccoli-vormige dennetjes en zwaar geurende eucalyptussen en de bermen staan vol steva, een witte, roosachtige bloem met enorm kleverige stelen. Het eindpunt komt in zicht. In de verte steekt een landtong de rivier in, erop een eenzaam huisje. Er wappert een wasje. Stil maar niet uitgestorven, zo wil de route je het land laten zien. Lang leve de Via Algarviana.
INFORMATIE VIA ALGARVIANA
De Via Algarviana (GR13) is een gemarkeerde wandelroute van 300 km door het achterland van de Algarve. De wandelroute loopt op afstand van en parallel aan de kust. Hij is uitgezet tussen Alcoutim, aan de Portugees-Spaanse grens, en Vila do Bispao (Cabo San Vicente) in het zuidwesten, waar de route aansluit op de langeafstandwandeling Rota Vicentina. De Via Algarviana bestaat uit 14 dagetappes tussen de 14 en 30 km lang. De niveaus variëren van toegankelijk tot pittig. Naast de 14 dagetappes heeft de Via Algarviana rondwandelingen (dagtochten) vanaf een vaste etappeplaats. Het doel van de Via Algarviana is om het dunbevolkte groene achterland – de ‘barrocal’ – van de Algarve aantrekkelijker te maken en te voorkomen dat de streek verder leegloopt.
Land, streek
Algarve, de zuidelijkste provincie van Portugal. Je wandelt door de barrocal, de groen begroeide heuvels tussen kust en achterland. De heuvels zijn maximaal 400 meter hoog. Ze zijn begroeid met olijf- en fruitbomen. Onderweg fraaie uitzichten, dorpen en gehuchten en beschermde natuur.
Markering Via Algarviana
De Via Algarviana is uitstekend bewegwijzerd: rood-witmarkering op borden en stenen. De Via Algarviana heeft een eigen website. Hierop vind je ook de Via Algarviana Guide (wandelgids) met uitgebreide informatie over de dagetappes, de rondwandelingen, campings, horeca, bezienswaardigheden, uitzichtpunten, veel achtergrondinfo en leuke weetjes. Van het totale pad zijn er topokaarten waarop de route is ingetekend.
Hoe zwaar is de Via Algarviana
De beschreven vijfdaagse wandeling gaat over (zonovergoten) landwegen, paden en paadjes, mix van verhard, halfverhard en soms onverhard. Start vroeg, smeer voldoende. Volg aanwijzingen in de gids over rivierdoorwadingen. De totale Via Algarviana kent ook lastige trajecten, die minder geschikt zijn voor startende wandelaars.
Eten/drinken
Je passeert dagelijks dorpen, maar voorzieningen zijn schaars. Neem voor de hele dag eten en drinken (veel) mee.
De Via Algarviana op haar mooist
Oktober t/m april. In de overige maanden te warm. Het mooist (bloei) in feb-mrt-april.
Aanreisroute Via Algarviana (beschreven traject)
Vanaf Faro (vliegveld) met de trein of bus naar Loulé (30 km), handig is o.a. de reisplanner van Rome2rio.
Overnachten langs de Via Algarviana
De accommodatie langs de Via Algarviana is niet dikgezaaid (op de bonnefooi is niet raadzaam), maar met wat puzzelen boek je zelf de overnachtingen langs de route. Er zijn prachtige ‘casas’, veelal B&B’s met zwembad. Wij liepen vijf trajecten met overnachtingen in Loulé (start), Querença, Salir, Alte, San Bartholomeu de Messines en Vale Fuzeiros.
Workshops rietvlechten en zeepzieden
Eén van de initiatiefnemers van de Via Algarviana is João Ministro. Onder zijn leiding werd tussen 2004 – 2010 de Via Algarviana aangelegd, met hulp van Europese subsidies. João maakt zich hard voor duurzaam, groen toerisme. Zijn bedrijf, ProActive Tur, biedt de Via Algarviana aan op maat, met als extraatjes bezoek aan kunstenaars en ambachtelijke bedrijven en bedrijfjes langs de wandelroute. Je kunt er zelfs workshops volgen zoals rietvlechten, leerbewerken, zeepzieden of pottenbakken. De producten van de kunstenaars en ambachtslieden worden verkocht via het bedrijf TASA. ProActive Tur werkt samen met o.a. SNP Natuurreizen en Aarts Wandelreizen.