Fietsen en wandelen in Luxemburg

Saai? Nee, vooral vredig.

Tekst: Nanda Raaphorst | Fotografie: Margriet Spangenberg

Op maar een paar uur reizen van Utrecht ligt Luxemburg, een landje van slechts 82 kilometer x 54 kilometer, maar met een zee aan rust en ruimte zodat je er kunt ontstressen met stip. Het heeft beekjes, weitjes, dorpjes, valleitjes. Saai? Nee, vooral vredig.

Luxemburg is geen vijf-sterren-outdoorbestemming, maar een weekje ‘los’ met de fiets of rugzak gaat er prima. Het zuiden is licht glooiend en het dichtst bebouwd, in het noorden liggen de uitlopers van de Ardennen met heuvels van 400 – 500 meter hoog. Rivieren en beken hebben diep ingesleten dalen gevormd met brede malsgroene bermen. We hebben vijf dagen voor het hele land ingepland (veel te weinig): drie dagen fietsen en twee dagen wandelen.

De routes liggen in Luxemburg voor het oprapen. Dicht opeen, zodat je ze makkelijk kunt koppelen of wandelen en fietsen kunt combineren. Het officiële fietswegennet van ruim 600 kilometer is opgesplitst in 23 gemarkeerde ‘pistes cyclables’ – PC1 tot en met PC23 – van maximaal 89 kilometer lang. Ze kunnen gekoppeld worden tot lange meerdaagse routes, vaak met een station als begin- en eindpunt. Het wandelnetwerk beslaat zo’n 5000 kilometer. In elk wat groter dorp of plaatsje vind je overzichtsborden met wandelroutes, zo’n 200 verspreid over het land, waaronder 24 themaroutes, 3 nationale en 4 internationale wandelprojecten.

Tip 1: Fietsen Echternach – Clervaux over de PC3 en de PC22, ca 60 km| De PC3 heet voluit de ‘Piste Cyclable des Trois Rivières’. Die drie rivieren zijn de Moezel, de Our en de Sûre. Bij het station van Echternach, halverwege de PC3, pikken we de route op. Negenentwintig kilometer verder, in Vianden, zullen we overstappen op de PC22 naar Lellingen. Die negenentwintig kilometer gaan eerst langs de Sûre, en vanaf Wallendorp-Pont langs de Our – allebei fraaie riviertjes die soms dromerig kabbelen, soms witschuimend tussen de oevers door stuiteren.

Heerlijk stil

Bij station Echternach stroomt de Sûre om ieniemienie eilandjes en stuitert tegen knoestige omgevallen bomen. Aan de overzijde ligt Duitsland, een rij heuvels vol bomen in tig tinten groen. Het is voorjaar, de velden zijn lila-geel gespikkeld, een mix van pinksterbloemen en paardenbloemen, terwijl de rivier hier en daar kleurt als jonge spinazieblaadjes. Om ons wakker te houden in dit dromerig mooie landschap klimt de route met twee pijltjes tegelijk de heuvel op. De huurfiets doet haar best, komt boven en suist vervolgens op en neer over de flank van de heuvel. We razen langs bloesemende fruitboompjes en heel veel sappige velden – de dorpen en stadjes drijven erin.

Verschoten foto’s

In Vianden leggen we aan bij een enorm terras. Het ligt te bakken in de zon, heeft uitzicht op het kasteel van Vianden dat imposant ligt te zijn hoog op een heuvel en toch zit er, behalve wij, niemand anders onder de parasols. ‘Pas met Pasen breekt het seizoen aan’, verklaart de serveerster de stilte, dan puilen de parkeerplaatsen uit hun voegen. Slechts een handjevol mensen slentert de steile weg op naar het kasteel waar werk van Chagall wordt geëxposeerd. De meeste winkeltjes op weg erheen zijn nog gesloten, achter de stoffige ramen hangen spinnenwebben en staan verschoten foto’s met krulhoeken.

In het echt

Laat in de middag fietsen we weg uit Vianden, en haken even later in op de PC22, de Piste Cyclable des Ardennes naar Lellingen. Het tempo is laag, de heuvels zijn pittig tot aan duwsteilte toe. De meren die op de kaart erg mooi lijken – ingeklemd in het groen – zijn in het echt één groot stuwmeer die je alleen via een steile metalen trap kunt bereiken. In plaats van die trap komt er een klim van 17% op ons pad. Aan het eind ervan storten we neer in het gras, op een plek waar het uitzicht niet verder reikt dan een dichtbegroeide heg. Maar even zonder uitzicht is ook best fijn.

Tip 2: Rondwandeling Clervaux – Clervaux, koppeling van bewegwijzerde routes, 22 km | Vanaf het station van Clervaux klimmen we naar een plateau op 458 meter hoogte. Wilde narcissen, witte bosanemonen en geel speenkruid vrolijken de bermen op. Vanaf het plateau kijken we uit over het dal van de rivier de Clerf. Vroeger stond dit gebied, Kiischpelt, vol eikenkreupelbosjes. De schors van de eik bevat tannine en dat werd gebruikt voor het looien van dierenhuiden. Die inkomsten waren broodnodig voor de arme Ardense landbouwers, want van wat er op de rotsige bodem viel nauwelijks te leven. Dus men handelde in tannine en verbouwde wat boekweit. Dat was alles, een klein bestaan in een grootse omgeving. Langs uitgestrekte velden en akkers lopen we, overgoten door de zon. Aan het eind van een holle weg ligt het dorp Eselborn. Het is zondag, het moment voor een halfzacht eitje, een croissantje jam. Het wordt een slok water uit de bidon en een Snelle Jelle met boter. Er is niets of niemand te zien. De route rupst verder, steil de diepte in, tussen dennen en eiken door, dan weer omhoog naar een pad met uitzicht. In de verte de abdij van Clervaux. Dan weer een dalletje in, groen en muisstil. Waar is iedereen toch?

In Munshausen

Het gehucht Mecher ligt aan het spoor, maar heeft geen station, de trein raast in volle vaart aan de handvol huisjes voorbij. Een picknickbank is er wel, dichtbij het ruisende riviertje de Clerf. Aan de overzijde van de rivier klimt het pad omhoog, een bos in. De paden zijn er omgeploegd door tractoren, verkeersgeluiden verbreken de stilte. Het is duidelijk: we naderen Munshausen, pleisterplaats voor motorrijders, wandelaars en gezinnen met kinderen. In de velden rondom grazen gespierde Ardenner paarden, in het stadje zelf draait alles om de Robbesscheier van Munshausen, een oude boerderij waarin het toeristenbureau is gevestigd en een ontdekcentrum over voeding en Ardenner voorwerpen. In het café wordt salade geserveerd met kaas van de streek en een glaasje sprankelende witte wijn. Dat moet toch kunnen.

Family of Man

Dan is het tijd voor de laatste kilometers, al snel hebben we de abdij van Clervaux in het vizier. En later ook de kerk en het kasteel, een indrukwekkend trio is het. Het 12e eeuwse kasteel werd herbouwd in de 15e eeuw, maar werd in 1944 grotendeels vernield bij de Slag om de Ardennen. De staat kocht het op, vernieuwde en herbouwde het en nu is er Family of Man ondergebracht, een fototentoonstelling over ‘de mensheid’ die sinds 2003 op de Unesco Werelderfgoedlijst voor documenten staat. Mooiste foto vinden we die van een groep vrouwen met haarlakkrullen en plooirokken. Ze schateren van het lachen, maar waarom is niet te zien. Vlakbij het museum staat ook ons verwenhotel. Het heeft vier sterren en uitzicht op het kasteel. Aan een van de wanden hangt het ingelijste t-shirt van Andy Schleck. Jaarlijks komen ze hier met hun wielerploeg een weekendje teambuilden. Onze kamer heeft kroonluchters, twee flatscreens formaat biljarttafel en een bed waarin ook Andy misschien weleens een dutje heeft gedaan.

Tip 3, Wandelen Kautenbach – Clervaux over de EscapArdenne Eisleck Trail markering: witte golf op blauwe ondergrond, 25 km | Kautenbach ligt verborgen in een vallei tussen hoge rotsen. Twee riviertjes, de Wiltz en de Clerf komen er samen, een mooi startpunt van onze wandeling, die een dag lang de Eisleck Trail volgt. Vanuit het dorp klimt de route over een oude veeweg en komt uit op een plateau. Het golft vervolgens door kreupelbos, beklimt de Schibberich en stijgt uit boven de vallei van de Clerf en Kiischpelt. Bij het dorpje Lellingen nemen we pauze. Het is een fraai dorpje met eeuwenoude boerderijen rond een fraai wit kerkje. En op de plek waar normaal gesproken een brug zou liggen, vind je hier nog een oeroude doorwaadbare plaats.

Vredig plekje

Een vallei verderop ligt Wilwerwiltz. We komen er door het stroompje Heemicht te volgen. De legende gaat dat St. Willibrord tijdens een pauze in de grazige vallei verjaagd werd door de eigenaar. Maar Willibrord liet het er niet bij zitten. Hij plantte zijn wandelstok in de grond waar meteen een bron ontsprong, de redding voor Willibrord, want de eigenaar liet hem daarna met rust. Het is een vredig plekje, zoals er in Luxemburg honderden vredige plekjes zijn. Groen gras, kabbelend water, fluitende vogeltjes. We wandelen verder naar Enscherange, een dorp gebouwd rond een schorsmolen en een watermolen die nog tarwe maalt. Ook heeft Enscherange een zonnecirkel, die precies op vijftig graden noorderbreedte en zes graden oosterlengte ligt. Het schijnt de enige plek in Luxemburg te zijn waar een breedtegraad en een lengtegraad elkaar kruisen. Andere bijzonderheid is de zeldzame hazelhoen, die verderop in de vallei van Irbach zich nog weleens zou laten zien. Maar vandaag natuurlijk niet.

Tip 4: Fietsen Clervaux – Klein-Bettingen, koppeling van PC21 met PC15 en PC12, 57 km | De PC12, de Piste Cyclable de l’Attert, wordt een van de mooiste fietsroutes van Luxemburg genoemd. Hij voert van Ettelbrück in centraal-Luxemburg langs de rivier de Attert via de westgrens naar Luxemburg Stad. Hij is 57 km lang en deels aangelegd over een oude spoorweg. Er zijn mensen die erover jubelen – lekker vlak! – maar wij vinden die eentonige rechttoe rechtaan betonpaden een beetje saai. Gelukkig heeft de dag ook veel mooie kilometers in huis. Die beginnen in Clervaux al, waar wij vannacht hebben geslapen en gegeten in familie-hotel Des Nations. Uitgerust en gewellnesst stappen we op de fiets, voor de verbindende route naar de PC12.

De eerste kilometers

Vanaf Clervaux fietsen we over de doodstille doorgaande weg naar Enscherange. Daar pikken we de PC21 op, de Piste Cyclable du Nord. Het is een fraaie fietsroute, vooral de kilometers tussen het romantische Lellingen en Kautenbach. De route voert over een autovrij pad, langs een beek en langs paardenbloemen- weilanden, onder oude treintunnels door een bos in. We horen het keffen van een hond, voelen het gestamp van zware hoeven, horen gerammel van kettingen. Dan zien we ‘m: een gespierd trekpaard dat zwetend en dampend dikke omgezaagde bomen het bospad af sleept. Dan volgt een onaangekondigde steile klim, minimaal twee pijltjes maar op de kaart ontbreekt ieder symbool.  Gelukkig maar van dat enorme bord pasta gisteren. Dat was veel meer dan we op konden na toch een dag stevig fietsen.

Fiets in de trein

In Kautenbach stappen we op de trein naar Ettelbruck (10 minuten). Daar vinden we na nogal wat zoeken de PC15, de Piste Cyclable de Alzette, die acht kilometer lang de verbinding met de PC12 vormt. Deze laatste zullen we zuidwaarts volgen naar het station van Kleinbettingen waar we de trein naar Luxemburg Stad kunnen nemen.
Voorbij Ettelbruck worden we opnieuw getrakteerd op twee pijltjes met als beloning een fraaie hoogvlakte, waarop de zon zich uitleeft, en waar de wind het gras alle kanten op zwiept. We meanderen over een autoluw fietspad tussen de velden door, langs twee enorme, roestige schuren. We flitsen door Bissen, door Bovange-sur-Attert en dan Useldange waar de huizen gekleurd zijn van vergeeld grijs tot vergrijsd geel, sommige met plompe torens en kozijnen van leisteen. Useldange heeft ook een kasteel – de rafelige resten van muren en torens priemen hoog boven ons uit. We laten het achter ons en rijden een uitgestrekte vlakte op. Het groen van de weilanden wordt afgewisseld met stroken zwarte aarde, knalgele koolzaadvelden en op de scheidingen van velden rijen wit bloesemende fruitboompjes en hier en daar wat verdwaalde koeien.

Vals plat

Waar de velden eindigen, steken we de weg over en komen uit bij ‘Haltestelle Reichlingen – Everlingen’, een voormalig station waar een traject begint dat over een oude spoorbaan is aangelegd. We rijden over lange rechte betonplaten die net niet horizontaal maar vals plat door het land voeren, kilometerslang. Ze verdwijnen richting horizon tussen boompjes en een afscheiding van prikkelstruiken. Daarna duikt het pad een donker bos in met een nog een veel donkerdere tunnel voordat we net voor Eischen afslaan naar Steinfort. De route doorkruist de sjieke stad, die opvalt door moderne, gekleurde huizen. In Kleinbettingen stappen we in de trein naar Luxemburg Stad. Fietsen kan ook als je genoeg tijd hebt. Maar dat laatste ontbreekt: er wacht ons nog een toetje. De Piste Cyclable du Centre, een rondje van ruim 43 kilometer in en om Luxemburg Stad, onder andere over ‘het mooiste balkon van Europa’: een pad dat hoog bovenlangs de rotsklomp voert waarop de stad is gebouwd waarvandaan je in de diepte uitkijkt over de ‘Grund’: het oudste deel van Luxemburg waar ooit de armen woonden, maar dat nu het levendige uitgaanshart is van de stad. Een aanrader!

Ga naar de site van Op Pad voor meer informatie over wandel- en fietsroutes in Luxemburg.