Wandelroute Nationaal Park De Meinweg | Limburg

Deze wandeling voert door het schitterende Nationaal Park De Meinweg. Vanaf mei kleurt het rond de vennen helderrood van de bloeiende gagel en schapenzuring en in augustus is de heide paars. Je wandelt door uitgestrekte bossen, grotendeels onverhard, zonder horeca, maar met geweldige picknickplekken: in feite het hele park. Onderweg maak je kennis met de vele levens van Nationaal Park De Meinweg.

INFORMATIE WANDELROUTE DE MEINWEG

  • Lengte: 16 km
  • Start: Brasserie De Boshut (met bezoekerscentrum De Meinweg), Meinweg 2, 6075 NA Herkenbosch.
  • Markering: Wandelnetwerk Roerdalen: gele pijlen op rode ondergrond.
  • P: Bij het startpunt langs de Meinweg (gratis).
  • OV: Bussen 62 en 63 stoppen langs de N570, hiervandaan is het 250 m lopen naar bezoekerscentrum De Meinweg.
  • Horeca: Bij de startplaats: Brasserie De Boshut, Meinweg 2, 6075 NA Herkenbosch.
  • Kindertip: Rond het bezoekerscentrum zijn verschillende kinderroutes uitgezet, plus een klimroute tussen de bomen.

Scroll naar beneden voor de routebeschrijving en de GPS-track van wandelroute De Meinweg.

Onderweg langs wandelroute De Meinweg

De vele levens van de Meinweg | Een kop koffie op het fijne terras van De Boshut is een goed idee. Een lekker ‘bakkie troost’ bij het lezen over het zware leven van De Meinweg. Want al voordat De Meinweg in 1995 de status van nationaal park kreeg, had het heel wat te verduren. En nog steeds. De zwarte boomstronken halverwege de route vertellen hun verhaal. Een van de vele.

Het eerste leven van De Meinweg dateert van de bronstijd. Het gebied was toen het gezamenlijk (‘gemeyn’ > mein) bezit van veertien dorpen, waaronder Herkenbosch. Voor de dorpelingen was de Meinweg een ‘supermarkt’ vol handige spullen: hout om te stoken, strooisel voor de stallen, plaggen voor de akker, gras voor de koeien, hei voor de bijen. Door dat intensieve gebruik verdwenen de dichte eiken- en beukenbossen en bleven kale heidevelden over. Hoe mooi die zijn en hoe fijn je ertussen kunt ‘schuilen’ lees je verderop.

Het landschap nu | Meer dood dan levend kwam er een ‘reddingsplan’ voor de Meinweg. Op de uitgeputte grond werden jonge boompjes geplant, eenmaal volgroeid handig stutmateriaal voor de steenkolenmijnen. Wat een leven! In 1990 werd De Meinweg aangewezen als natuurgebied en pas vanaf toen, haar derde leven, zag men het moois in van de hei. Tussen de paarse struikjes schitteren geheimzinnige vennen, kristalheldere beekjes en gitzwarte poelen. Uniek is het terrasvormige landschap van De Meinweg – vier door de Maas uitgesleten terrassen met daartussen steile, vijftig meter hoge overgangen. Die liggen buiten deze route.

Adder en pad | De koelbloedigste onder alle diersoorten in De Meinweg is de adder, symbool van het nationaal park. Rond de vennen ligt de gifslang in de zon op te warmen, terwijl langs de bosranden reeën scharrelen, diep in het woud wilde zwijnen wroeten en boven de heide de havik jaagt. Een andere bijzondere bewoner is de knoflookpad, een bruinige plomperik met roodoranje vlekjes en uitpuilende ogen met verticale pupillen. Opvallend is de grote graafknobbel op zijn achterpoot. Het is dus niet om zijn uiterlijk dat hij knoflookpad wordt genoemd – het is om de geur die hij afscheidt als hij wordt verstoord.

IJzeren Rijn | Het is een prachtig stil paadje, alleen gescheiden van de Nederlands-Duitse grens door een roestige rails. Deze IJzeren Rijn is een voormalige goederenspoorverbinding uit 1879 tussen Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied. In de nacht van 20 april 2020 vormde het spoor een markante grens: naast het spoor werd een corridor aangelegd om een natuurbrand te stoppen.

Lange Luier | De Lange Luier is een lang, laag gelegen zandpad dat je kaarsrecht meevoert tussen glooiend gras, hei en pijpenstrootje. Langs de Lange Luier liggen oude graslandjes en akkers uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. Er zou hier een dorp verrijzen, Berkenrode, voor de werkers in een nieuw te bouwen steenkolenmijn. Maar de winning van aardgas in Noord-Nederland zette een streep door dit plan.

Blozende bodem | Vlammend rood tussen goudgele pijpenstrootjes. In mei is het hier een plaatje als de bodem bloost van de bloeiende schapenzuring. Ook verderop bij de Rolvennen kruipt het helder rood je dan tegemoet. Dat duurt tot de herfst, voorafgegaan door de bloei van de heideplantjes. Eerder al, in april, staat de gagel rood in bloei, ook al zo mooi. En lekker. De blaadjes – even wrijven – ruiken kruidig, beproefd middeltje tegen muggen en luizen. Eenmaal per jaar wordt de gagel geoogst om er het kruidige Roerdaler gagelbier van te brouwen.

De laatste 200 | Het wateroppervlak van het Elfenmeer is in de zomer bekleed met waterlelies. Libellen helikopteren in het rond en onder het gras schuilt misschien wel een adder, die je herkent aan de zigzagstreep op zijn rug. Favoriete stekkies zijn de met hei omringde vennen, zoals dit Elfenmeer. Van de 1200 adders die rond 1970 nog op de Meinweg leefden, zijn er nog maar zo’n 200 over. Ze zijn schuw en schichtig, en ongevaarlijk zolang je ze niet in het nauw drijft.

Écht in vlammen | In de Rolvennen bloeien witte lelies, die in augustus mooi afsteken tegen de paarse heide. In de zomer sieren de witte watjes van veenpluis de oevers. Er staat een bankje. Tijd voor een nieuw verhaal …

Op 20 april 2020 om 13.01 uur krijgt de brandweer van Herkenbosch een alarmerend telefoontje: brand bij het Elfenmeer. Na 5,5 uur blussen lijkt de brand meester, maar toch laaien de vlammen opnieuw op. Het gebied is kurkdroog, de wind is fel. Met een snelheid van 1000 m/uur winnen de vlammen terrein, ondanks inzet van 2500 brandweermensen. Herkenbosch moet evacueren en langs de IJzeren Rijn wordt een ‘stoplijn’ aangelegd: een corridor van 250 meter lang en 40 meter breed om overslaan van de brand naar Herkenbosch te voorkomen.

Met tanks worden bomen en struiken platgewalst. Drie etmalen later is de brand definitief geblust; driehonderd voetbalvelden heide en bos zijn verloren gegaan. Een jaar na dato duiken op de geblakerde bodem de eerste heidestruikjes alweer op – met dank aan de sneeuw begin 2021, die een weldaad is voor de uitgedroogde bodem. Eind 2021 worden jonge bomen geplant, vooral eiken en beuken, net als vroeger. Het zoveelste ‘nieuwe leven’ voor De Meinweg.

! Klik op pijltje naar links in de titelbalk om terug te keren naar de website.